-
1 mature
adj. rijp; volwassen; ontwikkeld; afgewogen, overwogen--------v. rijpen, tot rijpheid komen; volgroeien; volwassen worden; vervallen (v. wissel)mature1[ mətsjoeə] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:————————mature2♦voorbeelden:matured gin • oude jeneverII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
2 behave maturely
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский